Sinds twee weken heb ik een atelier bij Lokalen in Lichtenvoorde. Ik ging meteen als een kip zonder kop aan de slag en ik had totaal geen idee waar ik mee bezig was. Dat voelt soms lekker maar is aan de andere kant niet fijn. In deze twee weken heb ik wel weer van alles uit geprobeerd. Ik heb geschilderd, collages gemaakt, papier gemaakt, geknoeid, rommel gemaakt en door gegaan op dingen die ik al had gedaan. Dit brengt veel onrust en was chaotisch. Maar ik weet van mijzelf dat ik dit nodig heb om tot iets te komen. Dus ik ga stug door met experimenteren en proberen. Tot ik op een moment een nog irritantere tekening had gemaakt. Ik vond het maar niks. Tijdens het maken van die tekening had ik al wel lijnen als een kader getekend om iets wat mij wel aansprak in dat werk. Een dag later kom ik weer in mijn atelier en begin met een tekening van een paar maand geleden die ik nog wilde uit werken. Dat verliep dan wel weer prettig en creëerde ik weer rust in mijn hoofd. Gelukkig kon ik nog wel langer dan een kwartier ergens mee bezig zijn. Ik zag mijn irritante tekening op de grond liggen en ik kon er echt niet iets in zien waar ik tevreden over was. Hmm… Ik bedacht me om dat gekaderde stuk er maar uit knippen. Ik stopte niet meer met knippen en heb de hele tekening verknipt. Ik vond dat zo fijn! Verknipt? Ik denk het niet, want doordat ik op een gegeven moment toch wel iets zag in iets waar ik eerst helemaal niks in zag. Behalve dan dat ik het helemaal niks vond. Dit bracht mij naar een nieuw project. Van 2m x 2m ging de tekening in 100 stukjes. De afmetingen hiervan zijn niet groter dan 10×10. Dit werden allemaal kleine schilderijtjes met fijn composities en zelfs afbeeldingen waar de zee op te herkennen is. Iets is per definitie niet meteen slecht, je moet daar het goede van gaan inzien en kijken wat je ermee kan. Dit proces moet je voeden en koesteren. Een nieuw project is geboren en het bloggen ook.
Ga je ook wel eens als een kip zonder kop aan de slag en blijkt dit nog niet zo’n gekke tactiek?